Een nieuwe ‘duurzame’ kledinglijn, ‘schone energie’ of een ‘klimaatneutraal’ product. Bedrijven en organisaties doen zich soms groener voor dan ze daadwerkelijk zijn. Greenwashing heet dat ook wel. Het is een strategie om te profiteren van de aandacht voor duurzaamheid. Zó herken jij voortaan welke bedrijven wel en welke geen daadwerkelijke plannen hebben om bij te dragen aan een leefbare aarde.

Bedrijven en organisaties die zich schuldig maken aan greenwashing doen zich duurzamer voor dan ze zijn. Denk bijvoorbeeld aan een kledingmerk dat zegt ‘organisch katoen’ te gebruiken en waarvan vervolgens blijkt dat slechts 1% van elk kledingstuk is gemaakt van dit stof. En denk aan een bedrijf dat zegt zich hard te maken voor de strijd tegen wegwerpplastic, maar dat eigenlijk een van de grootste plasticvervuilers ter wereld is en het productieproces niet écht verduurzaamd. Greenwashing is dan niet meer dan een marketingtruc om een graantje mee te pikken van het hele duurzaamheidsverhaal. Met deze tips maken bedrijven jou niets meer wijs.

Tips om greenwashing te herkennen

1. Herken de termen

Bepaalde termen komen heel vaak terug bij bedrijven die doen aan greenwashing. ‘Natuurlijk’ bijvoorbeeld, wat de suggestie wekt dat een product is gemaakt met alleen maar pure en schone ingrediënten en dat het geen chemische stoffen bevat. False! ‘Natuurlijk’ is geen beschermde term en dus mogen bedrijven er al gebruik van maken als ze voor slechts 1% gebruikmaken van natuurlijke ingrediënten. Pas dus op met deze term, net als met ‘puur’ en ‘eerlijk’. Kun je iets vinden over hoe eerlijk dit bedrijf echt werkt of staat het alleen op de verpakking? Supermarkten die op hun product ‘puur en eerlijk’ zetten, hoeven hiermee dus eigenlijk niets te bedoelen. Het zijn lege termen geworden.

Sommige bedrijven doen bovendien alsof de term ‘gecertificeerd’ gelijk staat aan duurzaam. Uit een rapport van Greenpeace blijkt dat er een groot verschil is. Certificering lost problemen als ontbossing niet op, maar belemmert juist de invoering van effectieve maatregelen als wetgeving. Wanneer FrieslandCampina dus zegt dat het gebruikmaakt van ‘gecertificeerde soja (RTRS-certificering)’ of van ‘gecertificeerde palmolie (RSPO)’ zegt dit niet alles.

Hetzelfde gebeurt met de term ‘vegan’. Dat een product vegan is, betekent niet dat het ook dierproefvrij is, alleen dat er uiteindelijk geen dierlijke ingrediënten in zijn verwerkt. Met L’Oréal Source Essentielle lanceerde het bedrijf bijvoorbeeld een ‘100% vegan lijn’, terwijl L’Oréal in China nog steeds meewerkt aan dierproeven. Let er dus altijd op dat een bedrijf zowel cruelty-free als vegan is.

Daarnaast zijn er ook nog een hoop irrelevante termen op producten die slechts marketing zijn. ‘Vegan’ op een zak friet bijvoorbeeld. Aardappels zijn van zichzelf al plantaardig. Hetzelfde geldt met schoonmaakmiddelen die ‘biologisch afbreekbaar’ zouden zijn. Alle schoonmaakmiddelen moeten dit namelijk  zijn. Tegenwoordig kom je dit soort situaties maar al te vaak tegen.

2. Kijk naar de prijs

De prijs van een product is een goede indicatie om te zien hoe duurzaam iets is. Spotgoedkoop én duurzaam bestaat namelijk niet. Ergens betaalt iemand de prijs van een product. Dat vertaalt zich naar kinderarbeid, schending van mensenrechten en/of erbarmelijke arbeidsomstandigheden. Een heel goedkope beker van bamboe is dus misschien wel gemaakt van een duurzamer materiaal, maar moet ook geproduceerd, verpakt en vervoerd worden. En daarbij zijn de omstandigheden dan vaak niet meer duurzaam, om een lage prijs te garanderen.

3. Focus op één bepaald onderdeel

Sommige bedrijven leggen de nadruk op één duurzame eigenschap van een product, maar vertellen verder niets over de andere eigenschappen of over hun werkwijze. Denk aan het voorbeeld van de ‘duurzame kledinglijn’ die zegt gebruik te maken van organisch katoen en daarmee de aandacht afleidt van alle andere niet-duurzame stoffen. Het zegt dus niets over in hoeverre een merk eigenlijk plannen maakt op het gebied van duurzaamheid. Om hun woorden kracht bij te zetten, maken ze vaak ook gebruikt van productfoto’s in natuurlijke sfeer, met veel groen op de achtergrond, of van bloemetjes en bijtjes op de verpakking. Denk ook aan de autoproducent die heel overdreven de nadruk legt op een nieuwe, ‘milieuvriendelijke’ auto en daarmee de aandacht afleidt van de vele andere auto’s die het maakt en de algehele bedrijfsvoering. Wees hierop alert.

4. Keurmerken

Hoewel er heel veel goede keurmerken zijn die garant staan voor duurzaamheid, zijn er ook lege keurmerken die niets zeggen. Het Beter Leven-keurmerk zou bijvoorbeeld met één tot drie sterren iets zeggen over of een dier een ‘beter leven’ heeft gehad, maar onthoud: een ‘beter leven’ is iets anders dan een ‘goed leven’. Milieu Centraal heeft een keurmerkenwijzer ontwikkeld, waarin je precies kunt zien welke keurmerken betrouwbaar zijn.

5. Volg experts op het gebied van duurzaamheid

Vind je het lastig om greenwashing te herkennen of heb je er geen zin in of tijd voor? Volg dan experts op het gebied van duurzaamheid. Zij zijn goed ingelezen en delen regelmatig welke bedrijven zich schuldig maken aan greenwashing. Hier vind je een lijst met duurzame influencers om te volgen.

Volg verder altijd je onderbuikgevoel. Heb je het gevoel dat een duurzame lijn of een duurzaam product van een bepaald merk eigenlijk niet kan? Dan zegt dat vaak al genoeg. Zoek op wat de visie van het bedrijf is met betrekking tot duurzaamheid en welke acties ze daadwerkelijk ondernemen om bij te dragen aan een betere wereld. Ook kun je bedrijven altijd vragen naar hun plannen, visie en en gedrag door ze bijvoorbeeld te bellen of een mail te sturen. Het antwoord dat je (niet) krijgt, zegt vaak ook al genoeg.

Vond je dit artikel over greenwashing interessant om te lezen? Lees dan ook: Vooroordelen over vegans: waarheid of mythe?