Van vazen met (droog)bloemen op elke tafel tot hoekjes in de woonkamer vol bladplanten. Het creëren van een eigen urban jungle is een trend waarvan we fan zijn. Wij vertellen hoe je aan de slag gaat en waarom je eigen mini hortus botanicus een goed idee is.

Het creëren van een urban jungle vraagt om aandacht en inzicht. Het gaat er – in tegenstelling tot wat veel mensen denken – niet om dat je je ruimte volpropt met zoveel mogelijk kamerplanten. De gedachte is juist dat je kijkt naar welke hoeveelheid groen past bij jouw leefruimte én bij je levensstijl. Als je het heel druk hebt, kun je bijvoorbeeld beter niet gaan voor planten die veel verzorging nodig hebben – dat spreekt voor zich. Behalve dat een urban jungle sfeer geeft aan je ruimte, heeft het ook nog eens positieve effecten op je fysieke en mentale gesteldheid.

Ontspanning door urban jungle

Kamerplanten zorgen voor ontspanning. Uit onderzoek blijkt dat mensen daadwerkelijk voordeel hebben bij een connectie met de natuur. Planten zijn de perfecte remedie tegen stress en onrust. Ze geven zuurstof af en absorberen CO2, waarmee ze zorgen voor frisse lucht in huis. Uit studies blijkt bovendien dat kamerplanten je concentratie en productiviteit tot wel 15 procent verhogen en je stemming verbeteren.

Zo kies je de planten die bij jou passen

1. Houd rekening met het zonlicht

Een van de belangrijkste voorwaarden voor het creëren van een urban jungle is voldoende zonlicht. Planten hebben licht nodig om te overleven. Kijk daarom goed in je leefruimte waar het licht door de ramen (en deuren) naar binnen valt. Sommige planten, zoals cactussen, verlangen naar een heel zonnige plek, zoals een vensterbank. Andere bladplanten staan liever niet direct in de (middag)zon. Dat herken je onder andere aan bladverbranding en bladuitval. Laat het niet zover komen en informeer je als je een kamerplant koopt over de hoeveelheid  licht die deze nodig heeft. Terwijl de seizoenen veranderen, verandert ook de lichtinval in huis. Houd daar rekening mee en verander eventueel de standplaats van je planten.

2. Let op de hoeveelheid water die een plant nodig heeft

Misschien het eerste waaraan je denkt bij het aanschaffen van een kamerplant: deze heeft water nodig! Heb je eigenlijk geen groene vingers? Dan kun je het beste gaan voor planten die houden van weinig water, zoals de Sanseviera, Aloë Vera en Zamioculcas.

3. Let op de temperatuur in huis

Natuurlijk hebben kamerplanten geen last van vorst of hagelbuien, maar ze hebben wel te maken met wisselende temperaturen in huis door de verwarming en airco. Veel kamerplanten doen het goed bij temperaturen tussen de 15 en 24 °C. In de zomer kunnen ze best een warme dag verdragen, als je ze maar genoeg (niet te veel!) water geeft en niet in de volle zon zet. Als een hittegolf langer dan een paar dagen aanhoudt, kunnen planten het echter moeilijk krijgen, dus probeer de temperatuur in huis dan omlaag te krijgen.

4. Let op de juiste grond

Als vegan kies je het liefst voor biologische potgrond met organische stoffen. Welke grond je ook kiest, let in ieder geval op het vocht- vasthoudend vermogen, de beluchting, de afvoer van water en de voedingsstoffen. Kies bij voorkeur voor open, losse en voedselrijke grond. Voor planten die groeien onder droge omstandigheden, zoals cactussen, kun je het beste kiezen voor grond die heel lucht- en vochtdoorlatend is.

5. Zoek verschillende planten voor verschillende ruimtes

Wil je je woonkamer opleuken met planten? Kijk dan goed wat bij jouw ruimte past. Heb je veel plek in een lichte hoek? Kies dan bijvoorbeeld voor een mooie kamerboom, zoals de Ficus Maclellandii, Dracaena of Beaucarnea. Om het natuurlijke effect te versterken kun je ook een wand in een rustgevende bosgroene kleur verven. Naast de woonkamer, is ook de keuken een goede plek om (eetbare) planten te houden, zoals allerlei kruiden. Ook tropische planten doen het goed in de keuken, zoals hangplanten die geen ruimte innemen. Op de slaapkamer ga je het liefst voor luchtzuiverende planten en in de badkamer voor planten die een hoge luchtvochtigheid kunnen verdragen, zoals varens en orchideeën. Breng je groene oase ook naar je eventuele buitenruime, zoals je tuin of balkon. Dat komt bovendien de biodiversiteit ten goede! Blauweregen doet het bijvoorbeeld goed in de volle zon, maar ook eetbare planten als aardbeienplantjes kun je prima buiten plaatsen. Daarmee creëer je je ook nog eens je eigen moestuintje! En op overkapte en beschutte buitenplekken kun je zelfs je kamerplanten plaatsen. Zo krijgt jouw eigen urban jungle vorm!

Vond je dit artikel over het creëren van een urban jungle leuk om te lezen? Lees dan ook: 10x planten voor in de slaapkamer.